donderdag 20 juni 2013

Emmen "Open Groene Stad"

Toen een van onze werkgroepleden afgelopen zaterdag de boekenmarkt van Emmen bezocht, vond hij daar het mooie boek "Emmen, de bouw van een aangename stad in het groen" uit 1995. De onbetwiste hoofdpersoon hierin is burgemeester Gaarlandt, een autoritaire maar kleurrijke figuur die van 1946 tot 1963, d.w.z. de hele wederopbouw-periode, de baas van Emmen was. Hij was ook de drijvende kracht achter de grote uitbreidingen van die tijd, waarmee Emmen in korte tijd van dorp een stad werd. Maar wel met aparte wijken, die in het bestaande landschap werden ingevoegd. Volgens Gaarlandt zelf: "Emmen zal een stad worden, akkoord, als het maar een dorp blijft!"

Deze visionaire bestuurder wilde "hiermee ook het verleden en de toekomst bijeen brengen door het dorpse en het stedelijke met elkaar te verzoenen". Zo ontstond de "Open Groene Stad" Emmen, met achtereenvolgens de 'experimentele' wijken Emmermeer (vanaf 1947), het paradepaardje Angelslo (vanaf 1960), Emmerhout (1965), Bargeres (1970) en de latere uitbreidingen..
   Vooral Angelslo trok veel aandacht in het hele land: de manier waarop het bestaande groen, zoals houtwallen en lanen, zorgvuldig in de stadsplanning was opgenomen, was toen werkelijk revolutionair. Normaal was totale kaalslag, en dan een plan direct van de tekentafel.
   Het was vooral burgemeester Gaarlandt die zich voor deze 'groene' stadsplanning sterk maakte, en daarom is hij vanaf nu de Held van het Landschapspark, dat trouwens tot de wijk Angelslo behoort. Zijn motto was: "Elke boom die wordt omgehakt is er een te veel". Nog verder ging de stedebouwkundige De Jong die in 1955 was benoemd: "Ik ben geen stedebouwer maar bomenplanter".

Daarom is het bizar en paradoxaal dat ons Landschapspark met zijn oude veldstructuren, lanen en bomenrijen het slachtoffer dreigde te worden van bouwplannen van een projectontwikkelaar nota bene onder de naam "Gaarlandtpark"! Terwijl in deze megalomane plannen vrijwel geen boom overeind bleef! Gelukkig lijkt dit alles van de baan.
   Het zou een flagrant misbruik zijn van de naam van deze 'groene' burgemeester. Trouwens, de boomverordening uit 2011 (in plaats van 'niet kappen, behalve...'  'kappen, tenzij...') is ook al een openlijke afwijking van de lijn-Gaarlandt.
   De werkgroep stelt zich dan ook voor dat er in het Landschapspark een origineel Gaarlandt-monument komt, ter ere van de visionair van de "Open Groene Stad"!

We houden je verder op de hoogte over de uitspraak van de Bezwarencommissie i.v.m. onze bomenmelding (zie ook vorig blog), en zijn nu bezig een digitale petitie op te stellen.

woensdag 5 juni 2013

bomen-melding: geen sinecure

Op 28 jl is de werkgroep op de
pijnbank gelegd door de Commissie voor Bezwaarschriften. Hierover kan nog niet alles gezegd worden, want het is nu dus ahw 'onder de rechter'. Een saillant detail willen we hier wel onthullen: voor de gemeente Emmen blijken eiken met een doorsnede van 80 cm uit de jaren 1970 te kunnen stammen. Dit zelfs gemeten op een hoogte van 1,30 m, wat hierbij gebruik is. De werkgroep komt ter zijner tijd met de uitslag van deze toch wel heftige zitting en haar uiteindelijke besluiten.

Het unieke van ons plan voor het Landschapspark Emmen is dat het historisch-educatieve deel zal komen te liggen binnen oude veldstructuren. Het gaat om vier parallelle akkers die op een stuifzand- en heidelandschap zijn aangelegd en qua type op de 16de eeuw teruggaan. Vanaf het begin zijn zij begrensd door houtwallen en -singels, die er nog steeds zijn, al zijn er in de camping-periode stukken gekapt en zijn er door de tijd heen natuurlijk steeds herplantingen geweest.
   De oudste houtwallen bestaan uit enorme inheemse eiken, later zijn vooral Amerikaanse eiken en ruwe berken gebruikt. Dit nog goed herkenbare akkerlandschap is het enige dat nog binnen de stad Emmen bestaat en het zou een ideale plek zijn om de rijke meer dan 5000-jarige geschiedenis van de landbouw te vertellen. (zie ook onder 'geschiedenis' het stuk over de historische gelaagdheid)
   In de na-oorlogse wijken van Emmen zijn veel van deze veldstructuren als uitgangspunt voor de moderne stadsplanning gebruikt, zonder dat de bewoners zich hiervan nog bewust zijn. Zo kan het landschapspark ook weer bijdragen aan een grotere betrokkenheid bij de eigen woon-omgeving, wat ook een van de doelen van Emmen Revisited is. (zie ook onder 'politiek')
   Omdat deze oude agrarische structuren na de plotselinge opheffing van de camping vorig jaar april in gevaar zouden komen ( hoewel het een groengebied is, bestonden er toch commerci"ele bouwplannen, die intussen van de baan lijken te zijn), is geprobeerd de houtwallen en singels (de zgn "lineaire boomstructuren"  in bureaucratisch jargon) ter bescherming bij de gemeente aan te melden. Sinds de Bomen-verordening uit 2011 kan dit namelijk en dan wordt binnen drie maanden over de melding beslist. De eerste poging werd ondernomen door het gemeenteraadslid van Groen Links, maar hier is niets meer van vernomen.
   Toen er vorig jaar oktober een tip kwam over mogelijk kappen aan de rand van het terrein (zie het blog hierover van 22 oktober), besloten twee leden van onze werkgroep in oprichting de melding opnieuw te doen, via de website van de Bomen-commissie. Hierop kwam geen reactie, zodat de melding op twee andere manieren opnieuw werd gedaan. Pas op 28 november kwam de weigering omdat de melding "verkeerd geadresserd" zou zijn, want hij moest naar B en W in plaats van de Bomen-commissie. Een nieuwe poging van Stichting Eanna, de rechtspersoon waar de werkgroep onder valt, werd aanvankelijk geaccepteerd, maar daarna "niet-ontvankelijk" verklaard (6 febr 2013), omdat de stichting geen belanghebbende zou zijn (ondanks de bijna identieke idealen en praktijk van stichting en werkgroep en de gemeenschappelijke leden van beide). Op 11 maart heeft de stichting hier natuurlijk weer bezwaar tegen gemaakt, waarop haar voorzitter en secretaris dus op 28 mei 's avonds voor de gemeentelijk, maar onafhankelijke Commissie Bezwaarschriften moest verschijnen.
   Hier werd onze mensen meer dan een uur lang het vuur aan de schenen gelegd, waarbij de "bevlogenheid" van hen werd geprezen. Uitspraak volgt na vier weken. We zijn inmiddels meer dan een jaar verder, en nog steeds is het niet gelukt, de houtwallen, bomenrijen en beboste heuvel behoorlijk ter bescherming aan te melden. Het opmerkelijke is wel dat tijdens dit hele proces wel degelijk steeds meer van de aangemelde elementen in het Landschapspark - terecht - door de gemeente als beschermd zijn geaccepteerd.

WE HOUDEN EEN IEDER OP DE HOOGTE.