woensdag 5 juni 2013

bomen-melding: geen sinecure

Op 28 jl is de werkgroep op de
pijnbank gelegd door de Commissie voor Bezwaarschriften. Hierover kan nog niet alles gezegd worden, want het is nu dus ahw 'onder de rechter'. Een saillant detail willen we hier wel onthullen: voor de gemeente Emmen blijken eiken met een doorsnede van 80 cm uit de jaren 1970 te kunnen stammen. Dit zelfs gemeten op een hoogte van 1,30 m, wat hierbij gebruik is. De werkgroep komt ter zijner tijd met de uitslag van deze toch wel heftige zitting en haar uiteindelijke besluiten.

Het unieke van ons plan voor het Landschapspark Emmen is dat het historisch-educatieve deel zal komen te liggen binnen oude veldstructuren. Het gaat om vier parallelle akkers die op een stuifzand- en heidelandschap zijn aangelegd en qua type op de 16de eeuw teruggaan. Vanaf het begin zijn zij begrensd door houtwallen en -singels, die er nog steeds zijn, al zijn er in de camping-periode stukken gekapt en zijn er door de tijd heen natuurlijk steeds herplantingen geweest.
   De oudste houtwallen bestaan uit enorme inheemse eiken, later zijn vooral Amerikaanse eiken en ruwe berken gebruikt. Dit nog goed herkenbare akkerlandschap is het enige dat nog binnen de stad Emmen bestaat en het zou een ideale plek zijn om de rijke meer dan 5000-jarige geschiedenis van de landbouw te vertellen. (zie ook onder 'geschiedenis' het stuk over de historische gelaagdheid)
   In de na-oorlogse wijken van Emmen zijn veel van deze veldstructuren als uitgangspunt voor de moderne stadsplanning gebruikt, zonder dat de bewoners zich hiervan nog bewust zijn. Zo kan het landschapspark ook weer bijdragen aan een grotere betrokkenheid bij de eigen woon-omgeving, wat ook een van de doelen van Emmen Revisited is. (zie ook onder 'politiek')
   Omdat deze oude agrarische structuren na de plotselinge opheffing van de camping vorig jaar april in gevaar zouden komen ( hoewel het een groengebied is, bestonden er toch commerci"ele bouwplannen, die intussen van de baan lijken te zijn), is geprobeerd de houtwallen en singels (de zgn "lineaire boomstructuren"  in bureaucratisch jargon) ter bescherming bij de gemeente aan te melden. Sinds de Bomen-verordening uit 2011 kan dit namelijk en dan wordt binnen drie maanden over de melding beslist. De eerste poging werd ondernomen door het gemeenteraadslid van Groen Links, maar hier is niets meer van vernomen.
   Toen er vorig jaar oktober een tip kwam over mogelijk kappen aan de rand van het terrein (zie het blog hierover van 22 oktober), besloten twee leden van onze werkgroep in oprichting de melding opnieuw te doen, via de website van de Bomen-commissie. Hierop kwam geen reactie, zodat de melding op twee andere manieren opnieuw werd gedaan. Pas op 28 november kwam de weigering omdat de melding "verkeerd geadresserd" zou zijn, want hij moest naar B en W in plaats van de Bomen-commissie. Een nieuwe poging van Stichting Eanna, de rechtspersoon waar de werkgroep onder valt, werd aanvankelijk geaccepteerd, maar daarna "niet-ontvankelijk" verklaard (6 febr 2013), omdat de stichting geen belanghebbende zou zijn (ondanks de bijna identieke idealen en praktijk van stichting en werkgroep en de gemeenschappelijke leden van beide). Op 11 maart heeft de stichting hier natuurlijk weer bezwaar tegen gemaakt, waarop haar voorzitter en secretaris dus op 28 mei 's avonds voor de gemeentelijk, maar onafhankelijke Commissie Bezwaarschriften moest verschijnen.
   Hier werd onze mensen meer dan een uur lang het vuur aan de schenen gelegd, waarbij de "bevlogenheid" van hen werd geprezen. Uitspraak volgt na vier weken. We zijn inmiddels meer dan een jaar verder, en nog steeds is het niet gelukt, de houtwallen, bomenrijen en beboste heuvel behoorlijk ter bescherming aan te melden. Het opmerkelijke is wel dat tijdens dit hele proces wel degelijk steeds meer van de aangemelde elementen in het Landschapspark - terecht - door de gemeente als beschermd zijn geaccepteerd.

WE HOUDEN EEN IEDER OP DE HOOGTE.